Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden

 

Artikel 50
1
Indien de uit de stoornis van de geestvermogens voortvloeiende gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen dusdanig is teruggebracht dat het verantwoord is hem tijdelijk de inrichting te doen verlaten, kan het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden, met machtiging van Onze Minister, de ter beschikking gestelde verlof verlenen zich al dan niet onder toezicht buiten de inrichting te begeven. Verlof kan omvatten een verblijf geheel buiten de inrichting.
2
Als algemene voorwaarde geldt dat de ter beschikking gestelde zich niet aan enig misdrijf zal schuldig maken. Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden kan aan het verlof bijzondere voorwaarden, het gedrag van de ter beschikking gestelde betreffende, verbinden. Deze voorwaarden kunnen inhouden dat de ter beschikking gestelde zich dient te gedragen overeenkomstig de door de toezichthouder gegeven aanwijzingen.
3
Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden kan het verlof intrekken, indien dit noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen of indien de ter beschikking gestelde een bepaalde voorwaarde niet nakomt.
4
Het bepaalde in het eerste tot en met het derde lid is van overeenkomstige toepassing op verpleegden die niet ter beschikking zijn gesteld.
5
Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden stelt de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde in de gelegenheid de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden te verlaten teneinde een gerechtelijke procedure bij te wonen:
a
indien hij krachtens wettelijk voorschrift verplicht is voor een rechter of bestuursorgaan te verschijnen;
b
indien hij terzake van een misdrijf moet terecht staan;
c
indien hij bij het bijwonen van de procedure een aanmerkelijk belang heeft en tegen het verlaten van de inrichting hiertoe geen overwegend bezwaar bestaat.
6
Onze Minister kan nadere regels stellen omtrent de wijze waarop het vervoer van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde ten behoeve van het bijwonen van een gerechtelijke procedure, bedoeld in het vijfde lid, plaatsvindt.
7
Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden kan bepalen dat tijdens het verlaten van de inrichting toezicht wordt uitgeoefend.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AA9506, Voorlopige voorziening+bodemzaak, AWB 00/948 WAO V04 AWB 00/947 WAO V04
    Rechtsoort
    Sociale zekerheid
    Datum uitspraak
    20-10-2000
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Voorlopige voorziening+bodemzaak
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Groningen
    ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE GRONINGEN SECTOR BESTUURSRECHT Reg.nrs.: AWB 00/948 WAO V04 AWB 00/947 WAO V04 U I T S P R A A K van de president van de Arrondissementsrechtbank te Groningen, als bedoeld in artikel 8:86, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), tevens uitspraak op het verzoek om toepassing van artikel 8...
  • LJN AA9498, Voorlopige voorziening, AWB 00/955 WAO V04 AWB 00/956 WAO V04
    Rechtsoort
    Sociale zekerheid
    Datum uitspraak
    20-10-2000
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Voorlopige voorziening
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Groningen
    ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE GRONINGEN SECTOR BESTUURSRECHT Reg.nrs.: AWB 00/955 WAO V04 AWB 00/956 WAO V04 U I T S P R A A K van de president van de Arrondissementsrechtbank te Groningen, als bedoeld in artikel 8:86, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), tevens uitspraak op het verzoek om toepassing van artikel 8...
  •